Inleiding
Ook dit jaar bezochten de jury weer de academies op zoek talentvolle afstudeerders. De jury voor het stipendium bestond dit jaar uit ons nieuwe jurylid: Marnix Goosens, uit galerist Ron Mandos en Miriam Bestebreurtje.
Elk jaar bezoekt de jury die kunstacademies, die een aparte richting fotografie hebben.
Dit zijn: de KABK Den Haag, St Joost Academie Breda, AKI Enschede, Rietveld Academie Amsterdam en de HKU Utrecht.
WINNAAR 2007
Mark Vincent Houston
Bergje van Berg – eervolle vermelding
GENOMINEERDEN 2007
Erwin Venema (HKU)
Bregje van den Berg (KABK)
Derk Alberts (KABK)
Folkert van Dunné (KABK)
Shinji Otani (Rietveld)
Marc Vincent Houston (Rietveld)
Ernst Seaber (St. Joost)
JURY 2007
Miriam Bestebreurtje
Ron Mandos
Marnix Goossens
SAMENVATTING VAN HET JURYRAPPORT
ERWIN VENEMA
Erwin Venema maakte een serie over Sportswearfetisjisme, een sterk groeiende subcultuur in de Nederlandse homoscene. In het verleden was dit misschien een problematiserende zwartwit reportage geworden, maar in de handen van Erwin wordt het een glossy en erotische ervaring.
Zijn tweede werk heet Tube You: You Tube heeft een aantal bands en artiesten al veel succes opgeleverd. Ook Erwin beproeft zijn geluk, een charmante performance met gebruik van een snel groeiend medium.
BREGJE VAN DEN BERG
Bregje van den Berg was een van de studenten voor wie tijdens de eindexamententoonstelling een aparte kamer gevonden moest worden. Haar werk stond geheel op zichzelf. Voor haar afstuderen heeft zij autobiografische gegevens verwerkt met een documentaire serie tot het project Rob & dochter. Het is een onderzoek naar de relatie tussen de vader en dochter die samen een gezin vormen. Heden en verleden, tijd en vergankelijkheid, amateur –en professionele fotografie vormen het project, dat verschillende uitingen kent: een boek, film, fotografie en een installatie. Het is juist de volledigheid van het project die ons overtuigde, het complexe thema wordt van verschillende kanten behoedzaam benaderd en de verhalen krijgen de kans zich te ontvouwen.
DERK ALBERTS
Het project van Derk Alberts, Aerotropolis, is een studie naar het stedelijke fenomeen van de Airport City. Hoe ziet het gebied eruit dat gepland is rond logistieke en economische efficiency? Schiphol is één van de oudste vliegvelden in de wereld en heeft zich als een van de eerste luchthavens kunnen ontplooien tot een echte Aerotropolis.
Derk is geïnteresseerd in de uiterlijkheden van de rationeel gebouwde stad. In de eindexamententoonstelling was ook zijn film te zien, die hier jammer genoeg niet getoond kon worden. Zijn onderzoek getuigd van een doorwrochte kennis van het genre dat hij kiest en hij laat de architecturale ruimte zonder effectbejag zien.
FOLKERT VAN DUNNÉ
Folkert van Dunné is de derde student van de KABK, en ook heel bijzonder: namelijk van de deeltijdopleiding. In 2006 wordt in Riga, Letland, de tweede Gay Pride georganiseerd. De Letten geven blijk van homohaat op grote schaal. Deelnemers worden bekogeld met poep en eieren en de politie reageert nauwelijks. Voor Folkert was dit de aanleiding voor zijn afstudeerproject. ‘Sweetie’, noemen homomannen in Letland hun geliefde in het bijzijn van anderen. Verder durven ze niet gaan. Met deze portretten krijgen de mensen om wie het gaat een gezicht. Ze zijn bewust voor de camera gaan staan als homoseksueel, omdat ze zichzelf willen laten zien zoals ze zijn. Het project toont Folkerts engagement, maar in zijn fotografie weet hij een grote concentratie voor zijn onderwerp op te brengen en terwijl omgeving en aankleding steeds het zelfde zijn, weet hij het individuele van elk model door te laten klinken.
SHINJI OTANI
Shinji Otani (Rietveld): Zijn geboorteland Japan wordt altijd als Het Land van de Opgaande Zon getypeerd. Het is daarom voor Shinji fascinerend een gebied te kennen waar in de wintermaanden geen zonsopgang plaats vindt, zoals dat in Scaninavie het geval is. Zijn onderzoek richt zich op de periode tussen het begin van de winter tot het begin van het voorjaar: de fragiele lijn tussen licht en donker. Zijn fotografische stijl is intrigerend. Enerzijds zijn keuze voor zwartwit, iets dat niet vaak meer voorkomt onder studenten, maar ook zijn keuzes in beeldvoering: het voelt bekend maar je proeft ook een andere beeldtaal doorklinken.
MARC VINCENT HOUSTON
Marc Vincent Houston (Rietveld): Zijn onderzoek lijkt zich op heel kleine gegevens te richten. Hij kiest voor zijn serie portretten een onopvallend personage. En ook zijn fotografie is niet erg nadrukkelijk. Toch blijken de beelden als serie, maar ook elk beeld autonoom, monumentaliteit mee te krijgen. De beelden brengen de kijker dicht bij de geportretteerde en het geheel groeit samen tot een soort monument voor een anders weinig opvallende jongen.
In de films gebruikt Marc opzettelijk nostalgiserend Super 8 zwartwit materiaal, je wordt op het verkeerde been gezet: het lijkt een film over herinnering en gevoel, maar het gaat over beweging en identiteit.
ERNST SEABER
Ernst Seaber (St. Joost): Zijn serie ‘De tuin van Rotterdam’ gaat over een groep Afrikaanse mannen die in de plaatselijke kapperszaak dagelijks samenkomen. De zaak doet tevens dienst als sociaal en cultureel centrum. De serie gaat over een zoektocht naar een eigen thuis, een zoektocht die veelal gepaard gaat met eenzaamheid, financiële rampspoed en onzekerheid. De gemeenschapszin en de wijze waarop de mannen hun Afrikaanse identiteit in Nederland vormgeven is wat Ernst interesseert. De beeldtaal die Ernst hiervoor hanteert, poëtisch en betrokken, tilt deze serie boven conventionele documentaire series uit. In de films gebruikt Marc opzettelijk nostalgiserend Super 8 zwartwit materiaal, je wordt op het verkeerde been gezet: het lijkt een film over herinnering en gevoel, maar het gaat over beweging en identiteit.